10. T O E T S E N

     HOOFDMENU > TOETSEN > FLAMBEREN, TRANCHEREN EN FILEREN


     

 

 

 

 
  1. Hoe ontstaat een vlam in de pan ?
    1.   Brandstof, zuurstof, hitte
    2.   Brandstof, stikstof, suiker
    3.   Brandstof, zuurstof materiaal van de pan
  2. Wat is geen reden om te flamberen ?
    1.   De smaak van een gerecht te verhogen
    2.   Show
    3.   Het aantal calorieën te verminderen van een zoet dessert
  3. Waarom snij je altijd ‘tegen de draad in’ als je een stuk vlees gaat trancheren ?
    1.   Er komen minder vleessappen vrij
    2.   Er gaan minder smaakstoffen verloren
    3.   Hierdoor is het stukje vlees voor de gast gemakkelijker te kauwen
  4. Hoe dik moeten de ‘tranches’ van een ossenhaas ongeveer zijn ?
    1.   0,5 cm
    2.   2,5 cm
    3.   4,5 cm
  5. Waarom mag je nooit je trancheervork in het stuk vlees zetten ?
    1.   Anders lopen er teveel vleessappen uit het vlees
    2.   Anders zitten er gaatjes in de tranches, dit is niet mooi
    3.   Anders wordt de vork bot
  6. Waarom moet je een ‘snijplank met geul’ gebruiken tijdens het trancheren van een stuk vlees ?
    1.   Show
    2.   In de geul worden de vleessappen opgevangen, loopt dus niet over de plank
    3.   In de geul moet je de afgesneden vetrandjes leggen
  7. Wat is een réchaud ?
    1.   Een warmhoudplaatje
    2.   Een bijzettafel
    3.   Een snijplank
  8. Wat is een guéridon ?
    1.   Een warmhoudplaatje
    2.   Een bijzettafel
    3.   Een snijplank
  9. Wat is geen type vis ?
    1.   Rondvis
    2.   Platvis
    3.   Bolvis
  10. Wat is ‘naservies’ ?
    1.   Het schaaltje met koekjes bij de koffie
    2.   Een tweede keer voor de gast opscheppen
    3.   Het dessert