In de groep shortdrinks neemt de “cocktail” de
belangrijkste plaats in. Maar er zijn nog 15 mengdranken die in
deze categorie vallen.
1.
Cocktails
Cocktails zijn onder te verdelen in drie categorieën:
A.
Pre-dinner cocktails
B.
All day cocktails
C.
After dinner cocktails
A. Pre-dinner
cocktails
Deze cocktail kan voor het eten gedronken worden, een
aperitiefcocktail. Het is een droge of zure cocktail, het
gebruik van siropen en likeuren wordt dus achterwege gelaten of
tot een minimum beperkt. Het eindresultaat van een pre-dinner
cocktail moet een niet-zoet karakter hebben. Datzelfde geldt
voor de garnering. Geen overzoet fruit, tenzij de garnering op
de rand van het glas wordt aangebracht en het niet in contact
komt met het drankenmengsel. De grootste groep cocktails in deze
categorie zal meestal bestaan uit een basisdrank in combinatie
met een vermouth. Voorbeelden van de bekendste pre-dinner cocktails
zijn: Dry
Martini, Gibson, Old-fashioned en Rob Roy
B. All day cocktail
De cocktails die qua samenstelling te zoet zijn
om voor het eten te drinken, maar niet zoet genoeg om als after
dinner cocktail te fungeren heten all day cocktails. Deze
benaming is jaren geleden door een Nederlandse bartender
geïntroduceerd. Voorbeelden van de bekendste all day cocktails
zijn:
Bronx gin, rode en
droge vermouth en sinaasappelsap
Daiquiri witte rum,
limoensap en suikersiroop
Margarita tequila, triple sec en citroensap
White lady gin, triple sec en citroensap
C. After dinner cocktail
Dit zijn cocktails die na het eten worden
gedronken. Deze zijn voornamelijk zoet van samenstelling en
hebben vaak room of eigeel als ingrediënt. Voorbeelden van de
bekendste all day cocktails zijn:
Alexander
gin, bruine crème de cacao en room
Grasshopper groene crème de
menthe, witte crème de cacao en room
White Russian wodka, kahlua en room
Mengdranken met een koolzuurhoudende drank in de
basis mogen nooit met “cocktail” worden aangeduid, een
uitzondering daarop is champagne (champagnecocktails).
De overige 15
short drinks
2.
Sour
Kenmerkend is het speciale sour-glas: een
verkorte flute.
Een sour bestaat altijd uit een alcoholische
basisdrank gecombineerd met citroensap en suikersiroop.
4 delen sterk, 2 delen zuur en 1 deel zoet.
3.
Shake
Afgeleid van de sour, alleen wordt er veel minder
citroensap en suikersiroop gebruikt waardoor de smaak van de
basisdrank meer naar voren komt.
4.
Crusta
Komt bijna niet meer voor. Het typische is de
aankleding van het ballonvormige wijnglas. De binnenkant van het
glas is bekleed met de spiraalvormige schil van een citroen of
sinaasappel. Ook moet er een suikerrand op het glas zitten.
5.
Cobbler
Een ballonvormig wijnglas wordt voor de helft
gevuld met crushed ice. Op en rond het ijs wordt dan een
garnering met fruit gemaakt, waarna de dranken worden
toegevoegd. Een lepeltje wordt erbij geserveerd zodat men eerst
het fruit op kan eten, waarna er een aantrekkelijk ogend drankje
overblijft. GEEN citroen.
6.
Frappé
Een frappé is de aanduiding voor een likeur die
in een cocktailglas wordt geserveerd, dat voor het inschenken
geheel is gevuld met crushed ice. ‘Slush puppy’ voor
volwassenen. Geserveerd met 2 korte rietjes.
7.
Mist
De niet-zoete versie van een Frappé. Bij een mist
wordt altijd gebruik gemaakt van een distillaat. Een
old-fashioned glas wordt gevuld met crushed ice en daarna gevuld
met de sterke drank. Hierna wordt een citroenschilletje boven de
drank uitgeknepen (twist).
8.
Julep
In een metalen beker worden 1 à 2 barlepels
suikersiroop en 4 takjes verse munt gedaan. Met een muddler of
barlepel wordt dit goed fijngestampt en in de diepvriezer gezet.
Vlak voor het serveren wordt er een sterke drank aan toegevoegd
en met een takje munt gegarneerd.
9.
Smash
Deze drank lijkt sterk op de Julep. In een shaker
worden 2 barlepels suikersiroop en 2 takjes verse muntblaadjes
gedaan. Het geheel met en barlepel mengen en aandrukken zodat
het muntaroma vrijkomt. IJsblokjes en 40cc drank toevoegen en
goed shaken. Uitschenken in een wijnglas of tumbler.
Garnering: kleine stukjes ananas of verse mint
met een cocktailkers.
10.
Zoom
Een combinatie van een distillaat, honing en
room. Dit wordt geshaked en geserveerd in een Jockey.
Oorspronkelijk een cocktail met cognac in de basis.
11.
Flip
Het karakteristieke bestanddeel is eidooier.
Tegenwoordig zie je de flip bijna niet meer vanwege het gevaar
op salmonellabesmetting.
12.
Bowl
Oorspronkelijk een mengdrank van vers fruit,
suiker en (droge) witte wijn. Tegenwoordig wordt er ook wel
champagne, likeur of een distillaat aan toegevoegd. Voor een
optimaal effect moet de bowl uren van te voren worden gemaakt,
zodat de smaak van de dranken in het fruit kan trekken.
13.
Cup
In een Cup wordt het verse fruit van de bowl
vervangen door vruchtensap. Er zitten dus geen grote stukken
fruit in maar alleen enige vruchtenschilletjes en soms is er en
toevoeging van komkommer.
14.
Pousse Café
Dit is een ‘layer’. Een drankje dat is opgebouwd
uit verschillende laagjes van drank. Door het soortelijk gewicht
van de verschillende dranken, blijven deze op elkaar drijven.
Een bekend voorbeeld is ‘het stoplicht’. Wordt ook wel als
Shooter aangeduid (zie 16).
15.
Pick-me-Up
Een ‘anti-kater-drankje’. Dit zouden cocktails
zijn met een katerverdrijvende werking. De meest vreemde namen
en ingrediënten zijn er in de loop der tijd ontstaan, maar de
meest bekende is toch de ‘Bloody Mary’ (wodka, tomatensap,
peper/zout, tabasco, worchestersaus, selerie en citroensap).
16.
Shooter
Dit zijn een soort luxueuze mini-cocktails. Ze
worden mmestal geshaked en daarna uitgeschonken in een
‘shot-glas’, een Amerikaans recht, naar boven toe iets
uitlopend, borrelglas. Shooters hebben meestal een zoet-smakende
samenstelling. Ze bestaan vrijwel altijd uit een combinatie van
likeuren.
Dit drankje moet in één keer worden opgedronken.